Overzicht van eigenaren, gebruikers en bewoners van het ambachtsherenhuis e.a. genaamd
Het Hof

1229
Eerste vermelding van Dirksland
1276 Graaf Floris V geeft Dirksland in onderpand aan Heer Aelbrecht van Voorne
1279 Floris V verkoopt het ‘zoutland’ Dirksland aan Aelbrecht van Voorne
1284 De koop wordt bevestigd. Sprake van “inwoonderen”
1334 Dirksland wordt overstroomd, waarna een misverstand over eigendom ontstaat
1415 De bedijkingsakte van Dirksland wordt opgesteld

1416
Dirksland wordt bedijkt,
het stratenpatroon wordt gericht door twee kreken

1417
Jonkheer Aelbrecht van Naeltwijck wordt met de ambachtsheerlijkheid Dirksland beleend voor bewezen diensten. Tot 1634 blijft de ambachtsheerlijkheid in zijn familie.
1560-1594 Jonkheer Philips de Gruijter, ambachtsheer, baljuw, bewoner
1594-1602 Jonkheer Johan de Gruijter, broer van Philips, ambachtsheer, baljuw, schout en dijkgraaf, bewoner
1602-1634 Jonkheer Philips de Gruijter, zoon van Johan, kapitein in het Staatse leger, bewoner

1634
Mr. Jacob van Baarland, vooraanstaand burger te Goes, koopt de ambachtsheerlijkheid Dirksland. Tot 1728 blijft de ambachtsheerlijkheid in zijn familie. Hij stelt een rentmeester aan. De rentmeester is meestal de dorpssecretaris, ie in het ambachtsherenhuis werkt en daar doorgaans ook woont.
1637-1662 Aren Cornelisz Wittens, rentmeester, secretaris
1662-1697 Balthasar Casteleijn, rentmeester, secretaris. bewoner
1698-1728 François Vallaree, rentmeester, schout en secretaris, vermoedelijk bewoner

1728
Mr. Maarten van V laerdingerwout, brouwer en oud-schepen van Rotterdam enz., koopt de ambachtsheerlijkheid, die via zijn dochter overgaat op de familie Van der Goes. De Grondwet van 1848 maakt een einde aan de heerlijke rechten. De ambachtsheren houden nog een aantal privileges.
1729-1749 Cornelis van Nieuwenhoven, heer van Herkingen en Roxenisse, rentmeester
1729-1740 Gualtherus Kolff, notaris, secretaris, bewoner
1750-1763 Huijbert van der Kroon, secretaris, vermoedelijk bewoner
1761 Johannes Goudswaard koopt het perceel naast en achter het ambachtsherenhuis
1799 David van Weel, procureur, en Cornelis van der Valk kopen dit perceel

1802
David van Weel, schout en secretaris, koopt het ambachtsherenhuis
1803-1848 David van Weel, rentmeester, notaris, bewoner, vergroot en verbetert Het Hof
1849-1855 Cornelis van Weel, zoon van David, rentmeester, postdirecteur, bewoner
1856-1889 David van Weel, zoon van Cornelis, postdirecteur, bewoner
1890-1901 Mr. Johannes Zaaijer, schoonzoon van voorgaande, rentmeester, burgemeester en secretaris van Dirksland, Herkingen en Melissant, bewoner

1902
Johannes Zaaijer gaat over tot openbare verkoop van Het Hof in percelen

Lnadbouwschuur

Lengte: 16,5 meter Breedte: 12 meter Nokhoogte: 13,5 meter

De huidige landbouwschuur van het zestiende-eeuwse Hofcomplex is niet de oorspronkelijke schuur die bij de herenboerderij hoorde. Als we de bintconstructie en de vorm van de nog bestaande schuur vergelijken met andere (voormalige) exemplaren op Overflakkee, kan de datering gesteld worden op de achttiende eeuw. De schuur is fors van omvang en rechthoekig van opzet. Het gebouw wordt bekroond door een zadeldak, met aan beide korte gevels een wolfseind. De schuur bevindt zich met uitzondering van de in steen vernieuwde zuidgevel nagenoeg in de oorspronkelijke staat. De grote dekbalken, die de hele kapconstructie dragen, worden nog extra ondersteund door de zogeheten tussenstijlen en schoren.

Opmerkelijk is dat de schuur – in tegenstelling tot de meeste Flakkeese landbouwschuren -een middenlangsdeel heeft. De deel loopt bij een middenlangsdeel over de hele lengte door het midden van de schuur. De grote mendeur in de noordgevel sluit hierop aan. Waarschijnlijk heeft er ook een mendeur aan de andere kant, in de zuidgevel, gezeten. Langsdelen en met name middenlangsdelen zijn vrij zeldzaam voor Overflakkee. In de dorpskernen van Sommelsdijk en Middelharnis worden ze nog wel gevonden; bij polderboerderijen komen ze nauwelijks voor.

Met dank aan  Projectteam Dirkx.